Lesideeën

Spaanse zinnen

Vak: Spaans
Leerdoel: Vertalen

Een docent vroeg zijn leerlingen om op Peertest Spaanse zinnen in te leveren als vraag. Als modelantwoord moesten ze opschrijven welke vertaling hen het beste leek. Vervolgens liet hij de klas elkaars zinnen vertalen. Hij had een antwoordlimiet van 4 antwoorden per vraag. Na het vertalen, projecteerde hij de resultaten om de vertalingen te bespreken. Door deze manier van werken zag hij waarde interesses van zijn leerlingen liggen en kon hij het vertaalwerk van zijn leerlingen makkelijk klassikaal bespreken omdat het anoniem was.

Echt of nep?

Doelgroep: 10-14 jaar
Vak: Digitale vaardigheden
Leerdoel: Nepnieuws herkennen

Bij een les digitale vaardigheden werd het thema nepnieuws behandeld. Als begin van de les had de docent enkele screenshots van nepnieuws als vraag in Peertest gezet. Hij vroeg de leerlingen om per screenshot op te schrijven of het om echt- of nepnieuws ging. Dit werd kort klassikaal besproken. Daarna vroeg hij de leerlingen om zelf screenshots te maken en deze in te leveren als vraag op Peertest. Toen iedereen een screenshot had ingeleverd antwoordden de leerlingen op elkaars screenshot. Daarna werden de antwoorden klassikaal besproken en kwam de klas tot een paar essentiële ingrediënten voor een kritische houding op het internet.

Basisemoties met Oekraïnse leerlingen

Doelgroep: Anderstaligen, alle leeftijden
Vak: Nederlands
Leerdoel: Woorden leren en inleven in belevingswereld van klasgenoten.


In een internationale schakelklas met uitsluitend Oekraïnse leerlingen werden de basisemoties behandeld. Deze leerlingen spraken voornamelijk Russisch en Oekraïns. De docent vroeg de leerlingen om naar buiten te gaan en een foto te maken van iets wat voor jou één van de vijf basisemoties vertegenwoordigt. Het moest niet te makkelijk zijn (niet iedereen moet het goed raden) en niet te moeilijk (zie Omgekeerde DIXIT hieronder). Nadat leerlingen de emoties geraden hadden bij elkaars foto, werden de foto's geprojecteerd en legden de leerlingen elkaar uit waarom een foto bij een bepaalde basisemotie hoort. Het doel van de les was om de Nederlandse woorden bij de basisemoties te leren en om de leerlingen een verbinding te laten leggen met dat wat ze al wisten.

Omgekeerde DIXIT

Doelgroep: Alle leeftijden
Vak: Alle vakken
Leerdoelen: Vertalen concept naar beeld en inleven in belevingswereld van klasgenoten


Dit is een basisidee wat op vele manieren ingevuld kan worden. Het is geïnspireerd op het spel DIXIT (Wikipedia). Je laat leerlingen met hun telefoon foto's maken bij een bepaald concept. Je kan dit bijvoorbeeld doen met de concepten die je de afgelopen tijd in de klas behandeld hebt. De instructie luidt: "Maak een foto die zo'n concept vertegenwoordigt. Deze foto lever je in op Peertest als vraag. Zorg ervoor dat in ieder geval één maar niet al je klasgenoten het juiste antwoord raden." Het doel van deze oefening is dat leerlingen een vertaling maken van het concept naar een afbeelding dat iets essentieels van dat concept weergeeft en dat ze zich inleven in hun klasgenoten. Ze moeten er immers voor zorgen dat hun klasgenoten het kunnen raden zonder dat het overduidelijk is. Voor een specifiek voorbeeld zie het lesidee "Basisemoties met Oerkraïnse leerlingen."

Recycle de toetsantwoorden

Doelgroep: Eindexamenleerlingen
Vak: Filosofie 
Leerdoelen: Leren antwoorden op examenvragen

 

Een docent heeft alle antwoorden op de eindexamens bewaard en zijn leerlingen gevraagd of hij deze mocht gebruiken als leermateriaal. Daarna heeft hij een project gemaakt met alle eindexamenvragen. Per eindexamenvraag was een tweetal leerlingen verantwoordelijk voor het nakijken van de antwoorden van vorig jaar. Deze antwoorden werden op Peertest ingevoerd. Daarna werden de verschillende vragen met antwoorden bekeken en besproken wat de verschillen in de kwaliteit van de antwoorden waren. Dit lesidee is nog systematischer en uitgebreider verwoord in dit artikel op Vernieuwenderwijs.

 

 

 De politieke voorkeur van je moeder

Vak: Maatschappijleer
Leerdoelen: koppelen van politieke voorkeuren aan levensgebeurtenissen en persoonlijke kenmerken.

Bij een les maatschappijleer werden politieke voorkeuren behandeld. Tijdens deze les stonden de verschillende politieke stromingen. Als huiswerk moesten de leerlingen in Peertest bij ‘creëer vraag’ een korte biografie schrijven over een familielid. In deze biografie werd aandacht besteed aan de geboorteplek, opleiding, werk, hobby’s en de benodigde hulp van de overheid. Aan het begin van de les schrijven de leerlingen bij het antwoordmodel of de persoon van de biografie links, midden of rechts is en bij welke stroming de persoon hoort. Hierbij moesten ook argumenten worden opgeschreven en voorbeelden worden gegeven uit de biografie. Vervolgens gingen de leerlingen in de les elkaars biografieën lezen en bij het antwoord zelf beargumenteren bij welke politieke voorkeur ze de persoon vonden passen.